Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo gij [15]kunt weten, dat het niet meer dan [16]twaalf dagen zijn, van dat ik ben opgekomen om te aanbidden te Jeruzalem; 15. Namelijk zo gij daarvan onderzoek wilt doen. 16. Namelijk geleden, van welke hij maar zeven te Jeruzalem en de andere vijf nu te Cesarea was geweest, zodat hij in dien tijd niet had kunnen doen, wat daartoe diende, of wat verduisterd kon zijn, waar zij hem over beschuldigden.